Eén ding heb ik geleerd tijdens al het onderzoek dat ik heb gedaan naar de lotgevallen van de meer dan honderdduizend gedeporteerden: welke aantallen je ook hanteert, of het nu gaat om de mensen of de transporten, het is altijd te weerleggen. Des te meer ik mij in de getallen en vooral de persoonlijke verhalen achter die getallen verdiep, des te meer realiseer ik mij hoeveel puzzelstukjes er nog op wachten om ontdekt te worden.
In barak 56 schuilt de meervoudige herinnering aan het beladen verleden van kamp Westerbork. Het is een plek met meer dan 100.000 betekenissen: het is de plaats waar een Joodse broer verbleef in oktober 1942, een Sintezza moeder gevangen zat voordat zij naar Auschwitz werd weggevoerd, een NSB-vader lange tijd was geïnterneerd en een Molukse neef bijna 20 jaar lang een ‘thuis’ had. Het is het gebouw waar Anne Frank enkele weken te werk werd gesteld en waar Etty Hillesum en Philip Mechanicus in hun dagboeken schreven.
Het zijn unieke beelden, de filmopnamen die in het voorjaar van 1944 in Kamp Westerbork zijn gemaakt. Behalve een propagandafilm over Theresienstadt en geallieerde opnames van onder andere Buchenwald en Dachau, is er tijdens de Tweede Wereldoorlog niet in concentratiekampen gefilmd. Waarom werd er wel in Westerbork gefilmd? Wie maakte de beelden en wat is erop te zien?
Iets buiten het kampterrein, met uitzicht op deze beladen plek, staat een houten villa. In de volksmond ook wel het huis van de kampcommandant genoemd. De woning kent een bewoningsgeschiedenis tot en met 2007.
Op maandagavond 4 mei 1970 liepen 4.000 hoogwaardigheidsbekleders, overlevenden, nabestaanden en andere geïnteresseerden in een stille tocht op weg naar het nieuwe Nationaal Monument Westerbork. Er waren geen toespraken, geen gedichten, geen muzikale bijdragen.
In deze scenes én in tientallen foto’s is het dagelijks leven in het kamp vastgelegd. Aan de hand van de methode Visible Thinking stelt de educatieve afdeling afbeeldingen beschikbaar aan docenten om te gebruiken tijdens online lessen.
Twee jaar na de oorlog is in het Poolse dorp Auswitz de gedenkplaats opgericht en opende daar het museum. Bertien Minco ontving op haar eerste werkdag een uitnodiging voor een symposium over de toekomst van oorlogs- en herinneringsmusea.
Vandaag staan we stil bij de gebeurtenissen van 15 juli 1942 en we zullen verhalen horen over en van een paar van de mensen die die dag op transport zijn gegaan.