''Ani L’Dodi V’Dodi Li' (Mijn liefste is van mij en ik ben van hem) Carla de Leeuw zal deze zin in het Hebreeuws zachtjes gefluisterd hebben. Gewoon ergens in Meppel op een bankje in het plantsoen. In Amsterdam ergens in de buurt van de Scheldestraat 62 1 hoog.
Met “Mijn Liefste” bedoelde ze Willem Kel. Een beantwoorde liefde tussen een Joods meisje en een niet Joodse marktkoopman uit Meppel. De kracht van de liefde die uiteindelijk eindigt in de gaskamers van Auschwitz. Tussen februari 1941 en september 1944 zijn uit Nederland meer dan 107.000 joden en 245 Sinti en Roma gedeporteerd. Van hen overleefden slechts 5200 joden en 30 Sinti en Roma de concentratie- en vernietigingskampen van de Nazi’s. De muren van het Namenmonument in Amsterdam dragen de vier Hebreeuwse letters die het woord “Le’zecher” vormen, wat “in herinnering aan” betekent. Er is geen steen voor Willem op het Namenmonument maar hij staat wel in het boek De 102.000 Namen, als herinnering. Hoe kan het dat een niet jood uit Meppel in een trein heeft gezeten op weg naar Auschwitz, en dat hij daar, volgens bronnen op 30 september 1942 is vermoord?'
Lees hier de volledige reconstructie, Le’zecher Willem Kel en Carla de Leeuw.
Op 10 juni 2022 ontving Willem Kel postuum het Mobilisatie-Oorlogskruis uit handen van Luitenant-Kolonel B.T.J. Kuipers, Commandant 45e Pantser Infanterie Bataljon "Regiment Infanterie Oranje Gelderland”. De ceremonie vond plaats op de plek waar de dienstplichtige soldaat Willem Kel zijn geliefde Carla de Leeuw vrijwillig volgde, toen zij vanuit kamp Westerbork gedeporteerd werd. Bovenstaande tekst is voor deze gelegenheid geschreven door Henk en Richard Spraakman.