‘Dag Bertien, mag ik zondag komen, uiteraard betaal ik entree.’ Dit was het laatste mailtje dat ik van hem kreeg afgelopen november, omdat hij graag een lezing van Arnon Grunberg wilde bijwonen. Jacques d’Ancona was een zeer betrokken vriend van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Voor het project ‘102.000 namen lezen’ in het jaar 2020 was hij ambassadeur. Hij kwam regelmatig naar bijeenkomsten, herdenkingen of lezingen in het Herinneringscentrum in Hooghalen en hielp en steunde ons waar hij kon.
De geschiedenis van kamp Westerbork was zeer verbonden met zijn persoonlijke geschiedenis. Als zoon van een joodse vader en een hervormde moeder had de Tweede Wereldoorlog hem gevormd. Zijn vader had een oproep gekregen voor Westerbork. Op papier was hij gegaan en werd hij vermoord in Auschwitz. In werkelijkheid overleefde hij de oorlog in de onderduik.
De kleine Jacques en zijn zus Ina bleven gespaard, dankzij hun niet-joodse moeder, maar kwamen mager en ziekelijk de oorlog uit. Ik vermoed dat deze eerste levensjaren de basis hebben gevormd voor een leven vol hard werken, toewijding, streven naar topkwaliteit en ‘er iets van maken’. Want dat heeft hij als geen ander gedaan. Persoonlijk kende ik, als joodse Groningse, Jacques al mijn hele leven. Nog van vóór de Playbackshow. Ik herinner me de scheidsrechter in het amateurvoetbal en uiteraard de vermaarde, betrokken en zeer kundige theaterrecensent.
Maar naast dit alles was er de betrokken en liefdevolle support die ik altijd van hem heb gekregen gedurende mijn hele professionele loopbaan in de culturele sector en zeker als directeur van het Herinneringscentrum. Zoveel joodse Groningers waren er immers niet en hij liet me altijd voelen dat we daarin met elkaar verbonden waren.
Daar ben ik hem dankbaar voor. We zullen hem nooit vergeten.
Dag lieve vriend van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Dag lieve Jacques.
Bertien Minco
Directeur Herinneringscentrum Kamp Westerbork