• De stichting - header
COLUMN: Twee werelden

 

Een van de basisbeginselen bij historisch onderzoek is altijd, om terug te gaan naar de bron, en dan het liefst meerdere bronnen. Dus ik weet inmiddels aardig de weg in tal van archieven en op het internet, weet bij wie ik te rade kan gaan voor meer informatie. Bij onderzoek naar de deportaties vanuit kamp Westerbork helpt dat allemaal niet. Want DE bron, DE deportatielijst, die bestaat niet. Want van elk transport bestaan meerdere lijsten: eerst in de haast gemaakt, bij latere transporten vóór, tijdens en na de deportatie aangepast, bewerkt en gekopieerd voor de betrokken Duitse en Nederlandse instanties.

Zo heb ik dus voor het onderzoek naar de gedeporteerde Sinti en Roma twee gelijke, maar ook weer heel verschillende lijsten – op het tweede exemplaar zijn met potlood en pen nog zes namen bijgeschreven.

Transportlijsten zijn dus lastig. Maar als het gaat om gegevens over geboorte, eventueel huwelijk en ook overlijden biedt voor het merendeel van de slachtoffers de papieren bronnenwereld een schat aan gegevens. Keurig vastgelegd bij de eigen gemeente leveren gezins- en persoonskaarten een overzicht van ouders en kinderen, broers en zussen, adressen en beroepen – de dagelijkse leefwereld is te reconstrueren vanuit de papieren wereld. Althans, als het gaat om de Joodse vervolgingsslachtoffers.

Sinti en Roma
Voor de ruim 250 Sinti en Roma die vanuit kamp Westerbork zijn gedeporteerd is dat meestal niet het geval, zo merk ik iedere keer weer als ik op zoek ga naar bronnen bij elke naam. De leefwereld van de Sinti en Roma paste niet in de keurig geordende papierwereld. Door hun wisselende verblijf in Duitsland, Nederland, België, Frankrijk en soms nog verder weg zijn geboortes en mogelijke huwelijken bij allemaal verschillende overheden geregistreerd – als dat al gebeurde. In de vooroorlogse leefwereld van Sinti en Roma waren papieren, registraties en landsgrenzen niet van belang. Veel belangrijker waren de zorgen om het dagelijks leven, onderdak, eten, de vreugde van het leven, de muziek en elkaar, de familie. Men wist wel wie met wie een relatie had en wie de ouders van de kinderen waren – dat hoefde niet op papier. In de akten die ik heb kunnen vinden zijn kinderen soms geregistreerd met de naam van de moeder óf de vader, vond ik namen als Hendrik, Peter, Paula, Anna Maria, Elisabeth en Johanna. Maar dat zijn papieren namen, hun echte namen waren Geigly, Leutze, Peppie, Buntla, Moekela, Settela …

Twee werelden
Allemaal dagelijkse weetjes waarvoor geen bronnen te vinden zijn. Alhoewel, niet helemaal. Want er waren overlevenden die terugkeerden en achterblijvers die aan deportatie ontkwamen, die hierover konden vertellen. Die herinneringen zijn vastgelegd, weliswaar sporadisch, maar toch. En toen ik al die verhalen las, werd me weer een ding duidelijk: sporen in de papieren wereld zijn belangrijk en zeker handig. Maar veel belangrijker is een traditie uit het dagelijkse leven van Sinti en Roma: het vertellen van verhalen. En zo probeer ik twee werelden te combineren, de papieren wereld en de dagelijkse leefwereld van Sinti en Roma, om uiteindelijk hun verhaal van Westerbork, Auschwitz, Ravensbrück, Sangershausen, Elrich, Mittelbau-Dora en Bergen-Belsen te kunnen vertellen.

José Martin
Onderzoeker Herinneringscentrum Kamp Westerbork

  • European Heritage Label
  • Unesco

Bezoek Kamp Westerbork

Klik hier voor meer informatie over vervoersmogelijkheden en de bereikbaarheid.
Logo van Herinneringscentrum Kamp Westerbork