Ruim een jaar geleden, in het najaar van 2023, vindt de eerste bijeenkomst van het projectteam ‘Namen Lezen’ plaats in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. We bespreken het aanstaande lustrumjaar 2025 en de vijfde keer van het hardop lezen van alle namen van de 102.000 in de oorlog vermoorde Joden, Roma en Sinti die uit Nederland zijn gedeporteerd. Het dringt tot me door wat een immense operatie dit is. Zes dagen en vijf nachten aaneengesloten lezen zo’n 800 mensen, elk 10 minuten, alle namen voor.
De eerste keer in 2005 was ik erbij, omdat mijn moeder bij de eerste lezers hoorde. De tweede keer deed ik zelf mee. Het was een verpletterende ervaring. Ik las ’s avonds laat. Het kampterrein was besneeuwd. Wat de meeste indruk op me maakte was het geluid. Er lagen geluidsboxen op het terrein, waardoor de namen over de lege vlakte schalden.
Nu, twintig jaar later, ben ik onderdeel van dat team. Het dringt tijdens die bijeenkomst pas echt tot me door hoe omvangrijk dit project is en wat het vraagt van de medewerkers en talloze vrijwilligers. ‘Weten jullie wel zeker dat jullie dit nog een keer willen?’, vraag ik. Want, kan je dit je mensen wel aandoen?
‘Ja hoor’, antwoordde één van hen droogjes. ‘Ik beschouw dit als het belangrijkste onderdeel van mijn werk.’ Anderen stemmen in. ‘Natuurlijk doen we dat. We vinden dit de mooiste herdenking.’
En daar staan we dan, een dik jaar later. Aan de vooravond van de vijfde keer Namen Lezen.
Meer namen
Er worden deze keer 103.124 namen gelezen, want we lezen ook de namen van mensen die niet zijn gedeporteerd, maar op andere wijze tijdens de Holocaust zijn vervolgd in Nederland. Je moet daarbij denken aan mensen als mijn oudoom Maurits Minco die met zijn drie zoons langs de kant van de weg in Ootmarsum werd gefusilleerd in oktober 1944. En ook worden de namen gelezen van Nederlanders die in België woonden en van hen die op de vlucht in België of Frankrijk werden opgepakt en daarvandaan gedeporteerd.
Uitspraak
De komende week zal het gaan gebeuren. De laatste puntjes worden op de i gezet. De lezers hebben hun namenlijsten om vast te kunnen oefenen. Er komen vragen binnen over de uitspraak. De meest gestelde vraag is hoe de naam Rachel moet worden uitgesproken (als Rasjel of Raaagel?). Een echt goed antwoord is daar niet op te geven, want beide werden en worden gebruikt. Mijn moeder had het wel over haar tante Sjelletje, dus dat pleit voor de eerste variant. Ik ken de naam vooral in de Hebreeuwse uitspraak Ragéél.
Het lezen van de namen is een manier om mensen te eren en je wilt het graag goed doen. Dus ik begrijp en herken het verlangen om hun namen goed uit te spreken. Die intentie is genoeg. Helemaal goed zullen we het geen van allen ooit kunnen doen.
Familie
Steeds meer nabestaanden vragen om de namen van hun familieleden te mogen komen lezen. Zelf lees ik een gedeelte van mijn familie Minco. Het andere gedeelte van de familienaam valt in de leesbeurt van een andere nabestaande die ook een familienaam heeft die met een ‘M’ begint. Onze medewerker die over het lezersrooster gaat, heeft met grote precisie en engelengeduld alle verzoeken proberen te honoreren. Het lukte niet altijd, maar gelukkig in veel gevallen wel.
Veel van de lezers komen met een kind of kleinkind, om samen te lezen. We hebben deze keer het accent willen leggen op de overdracht van de geschiedenis aan nieuwe generaties. Tijdens de opening op woensdag lezen overlevenden Eva Weyl met kleindochter Romy en Micha Gelber met kleinzoon Ruben. Zo wordt deze traditie van herdenken doorgegeven, le dor wa dor, van generatie op generatie.
Ook komen er veel scholen, leerlingen en studenten. Zelfs midden in de nacht zijn velen bereid om te komen lezen. Het actief bijdragen aan herdenken op deze wijze raakt velen en daarom kost het geen enkele moeite om die ruim 800 leesbeurten gevuld te krijgen. We staan nu aan de vooravond van de herdenking en intern loopt de spanning op. Hebben we aan alles gedacht? Laat de techniek ons niet in de steek? Zal alles goed en waardig verlopen? Woensdag om twee uur ‘s middags zal de eerste naam klinken. Anny Aa, één jaar. En maandagmiddag rond half drie de laatste, Heinrich Zysmanowicz 19 jaar.
Daarna wordt er voor hen allen kaddisj en jizkor gezegd, de twee gebeden die voor de doden worden gezegd in het Jodendom. En daarna zullen de meeste van ons een dagje gaan bijslapen en hoopt deze directeur heel stilletjes opgelucht adem te kunnen halen.
Bertien Minco
Directeur Herinneringscentrum Kamp Westerbork