Twee portretfoto’s. Ze zijn dit weekend bezorgd. Ik bekijk de afbeeldingen. Twee jonge vrouwen in de bloei van hun leven. Ik lees de begeleidende brief.
De vader van de schenkster was kolenboer. Hij bezorgde kolen op verschillende adressen in Schiedam. Een van zijn adressen was Hoofdstraat 177: het huis van het Joodse gezin Frenkel. Vader, moeder en drie dochters. Van de twee oudste dochters heb ik de foto’s in mijn hand. In onze database vind ik hun namen terug: Kaatje (1921) en Margaretha (1924). Ik lees de brief verder. Een regel raakt mij en doet mij besluiten dit verhaal te vertellen. Op een dag kreeg de kolenboer de twee foto’s in zijn handen met de begeleidende woorden van vader Frenkel: ‘Zorg dat zij nooit worden vergeten.’
15 augustus 1942: Het gezin Frenkel kwam in kamp Westerbork terecht. Ze slaagden erin voorlopig in het kamp te blijven. Margaretha trouwde in oktober 1942 met Moritz Chanachowitz, een Duits Joodse vluchteling. Hij behoorde tot de eerste bewoners van het kamp, toen kamp Westerbork nog een vluchtelingenkamp was. Hij had een beschermde status als ’oude kampbewoner’. Daarnaast was hij als slotenmaker en bankwerker bruikbaar voor het kamp. Mogelijk zorgde dit huwelijk ervoor dat het gezin Frenkel ook de maanden erna aan de transporten wist te ontkomen.
Auschwitz
9 februari 1943. De namen van vader, moeder en de jongste dochter werden die nacht voorgelezen. Ze moesten zich voorbereiden op het transport dat de ochtend naar Auschwitz zou vertrekken. Pogingen om hen alsnog van de lijst af te krijgen, werden afgewezen. Een gezinsdrama voltrok zich. Tranen vloeiden, een laatste afscheid.
De twee dochters, van wie de foto’s zijn bewaard gebleven, bleven in het kamp achter. Een levensteken van hun ouders hebben ze nooit meer gekregen.
Sobibor
18 mei 1943. Kaatje’s naam werd voorgelezen. Haar bestemming was onbekend. Er gingen allerlei geruchten. Riga en Lublin werden genoemd. Van de daadwerkelijke bestemming Sobibor had nog nooit iemand gehoord.
Margaretha en haar echtgenoot bleven in het kamp achter. Ze waren voorlopig veilig. Ze hadden een vrijstelling. Maar ook zij ontkwamen er tenslotte niet aan. Ze gingen naar het bevoorrechte kamp Theresienstadt. Op 4 september 1944 vertrok dit transport. Van dit kamp kwamen vele goede verhalen in Westerbork binnen. Ze wisten echter niet dat van hieruit ook transporten naar Auschwitz-Birkenau gingen. Moritz moest op 29 september afscheid nemen van Margaretha. Zij volgde bijna vier weken later. Of ze elkaar ooit nog hebben gezien is onbekend. Zelfs een officiële overlijdensdatum kregen ze nooit.
De twee foto’s zullen aan onze database worden toegevoegd. De twee vrouwen krijgen hun gezicht terug. We zullen ervoor zorgen dat zijn nooit worden vergeten. En niet alleen zijn.
Guido Abuys
Conservator Herinneringscentrum Kamp Westerbork