‘Hoe zorg je er nu voor dat al die verhalen betekenis krijgen voor jongeren?’ was de eerste vraag die zich in mijn hoofd nestelde toen ik een jaar geleden directeur werd van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. We zijn bezig om plannen te maken voor een nieuw museum, voor de toekomst, maar dat schept verplichtingen ten opzichte van de jongeren van nu. We maken het immers voor hen.
Ik sprak erover met Jaïr Stranders, artistiek leider van Theater na de Dam, en we besloten samen te gaan werken aan een theaterproject voor en door jongeren. We hadden een aantal wensen en ideeën. Het moest gaan over Sobibor, het vernietigingskamp waar ruim 34.000 Joodse Nederlanders werden vermoord. Dit jaar is het precies 80 jaar geleden dat er negentien treinen vanuit Westerbork naar Sobibor vertrokken. Toch is de plek niet in het nationale geheugen beland en daar wilden we iets aan doen.
Verder wilden we graag dat de jongeren gebruik zouden gaan maken van de documenten die zich in ons archief bevinden, zoals briefjes die uit de trein werden gegooid, getuigenissen van de paar overlevenden en andere authentieke bronnen, omdat het van belang is om hen in contact te brengen en te voeden met de echte verhalen.
En ik wilde ook nog iets anders, iets met sjiwwe zitten, het joodse rouwritueel waarbij de familie van de overledene een week lang op lage stoelen zit en rouwt, terwijl de gemeenschap de zorg voor de familie op zich neemt. Daar had ik twee redenen voor. De eerste is dat ik zelf heb ervaren dat mijn familie, net als veel andere Joodse families niet heeft kunnen rouwen om al die doden, terwijl dit voor de verwerking zo belangrijk is. Daarnaast is er niet alleen vrijwel een heel volk uitgemoord, maar daarmee verdween er ook nagenoeg een hele cultuur, met een eigen religie en diverse talen, zoals het Jiddisch. En dus kent bijna niemand meer het begrip sjiwwe, terwijl het zo mooi is. Het woord komt voort uit twee Hebreeuwse begrippen met dezelfde stam, namelijk van het werkwoord josjev, dat zitten betekent, en van het woord sjeva, dat het telwoord zeven betekent. Zeven dagen zitten. Sjiwwe.
Jaïr bracht ons in contact met de geweldige Drentse theatergroep Roestvrij uit Dwingeloo en zij gingen met al deze ingrediënten aan de slag. Vanaf 23 maart zit ik meerdere keren op lage krukjes in barak 56 op het kampterrein en aanschouw een wonder. Vanaf het begin van de voorstelling, jongeren die dansen op de Westerborkserenade van Johnny en Jones, zijn alle toeschouwers, of dat nu schoolklassen of andere bezoekers van het museum zijn, totaal gegrepen door wat we te zien en te horen krijgen. Er staan in wisselende samenstelling zeven jongeren op het toneel, die op sobere en daardoor zeer doeltreffende wijze laten zien en hoe de Holocaust zich voltrok. Beginnend met de anti-Joodse maatregelen, eindigend op het perron van Sobibor.
Ze maken zeven keer een andere voorstelling, met steeds elementen die van toepassing zijn op het transport van de dag waarop ze het spelen. De locatie, we zitten in de barak die naast het voormalig spoor staat vanwaar de trein vertrok, is ook een soort personage in de voorstelling geworden. Wind, regen, hagel, knallende zon, mist, of schemering. Ik maakte het er allemaal mee en het verdiepte de ervaring.
Als je je afvraagt hoe de verhalen betekenis kunnen krijgen voor jongeren, dan zeg ik: ‘Zo dus.’ Voor de groep van dertien geweldige spelers van Theater Roestvrij is dit een indringende levenservaring en voor de vele honderden scholieren en andere bezoekers die de voorstelling zagen vermoedelijk ook. Velen van hen laten na afloop ontroerend commentaar achter op rollen papier op de grond. Aan het einde van de voorstelling komen de spelers op de lage krukjes voor ons zitten en zijn we samen zevenenzeventig seconden stil. Het werkt. Bij de laatste voorstelling die ik bezocht op donderdag 8 juni deelde ik na afloop zakdoeken uit aan bezoekers. Dit is een begin van samen rouwen en dat is helend. Het is een ervaring van grote waarde en betekenis.
Bertien Minco
Directeur Herinneringscentrum Kamp Westerbork
De voorstelling is alleen op 6 juli nog te zien in Kamp Westerbork, maar er zijn geen kaarten meer verkrijgbaar. We onderzoeken nu hoe we dit project een vervolg kunnen geven.