Op de laatste dag van november bereikt me het bericht dat mijn achterneef Bennie uit Israël is overleden. Hij is 82 jaar oud geworden en was al geruime tijd ziek. Met zijn overlijden verdwijnt er weer een belangrijke schakel uit de familieketen. Hij werd kleine Bennie genoemd, omdat er óók een grote was. Beide kleinzonen waren genoemd naar hun lieve en wijze grootvader, mijn oudoom rabbijn Benjamin Ricardo. En weer is er iemand weg die zelf nog kon vertellen hoe het was…
Ondertussen krijg ik berichten van de filmploeg die de wereld over reist om de laatste ooggetuigen van Westerbork te interviewen. We leggen hun verhalen vast nu het nog kan, voor de toekomst.
Bij Bennie hoorde het ontroerende verhaal van de terugkeer van zijn moeder uit Auschwitz.
Tante Coba kwam terug zonder haar man Elja, een neef van mijn moeder. Ze ging natuurlijk op zoek naar haar zoontje Bennie. Ik probeerde me vaak voor te stellen hoe dat zou zijn gegaan. Hoe was zij eraan toe? Ging ze eerst op zoek naar het kind, of zou ze een paar weken de tijd hebben genomen om aan te sterken? Waar zou dat kleine jongetje gebleven zijn en wie kon dat vertellen? Wist iemand nog wie hij was? Hoe moest je zoeken in een tijd zonder internet en WhatsApp? Zou ze hem nog kunnen herkennen? Hij had vast en zeker geen idee wie deze vreemde vrouw was, maar zij ..., zou zij iets kunnen herkennen in de kleuter die ze aantrof van de baby die ze had achtergelaten?
Het verhaal gaat dat Coba aankwam bij een boerderij in Brabant en daar een klein jongetje zag spelen op de dijk met twee lammetjes. Haar was verteld dat dit haar kind was. Toen ze dichterbij kwam hoorde ze hoe hij de lammetjes noemde. Coba en Elja. De twee namen die hij nooit mocht vergeten en hem verbonden met de oorsprong van zijn bestaan: zijn ouders.
Bennie en zijn moeder Coba verhuisden naar Israël en bouwden daar hun naoorlogse leven op, met ups en downs. Ik had af en toe contact met hem omdat hij, net als ik, graag onderzoek deed naar de familiegeschiedenis. Maar waar ik vaak in en rondom de oorlog bleef steken, wist Bennie de stamboom van de Ricardo’s te reconstrueren tot aan 1630 in Livorno. Ooit vroeg ik hem of we familie waren van Josef Ricardo die in 1691 in de Weesperstraat woonde, waarop hij meteen antwoordde, ‘nee, wij stammen af van Daniel, zijn broer’. Daniel van David, David van Daniel en dat een keer of zes en dan was je bij de generatie van mijn grootvader Aäron Ricardo en zijn broer Benjamin. Kleine Bennie was misschien wel de laatste baby die ze in de armen hadden gehad, als pasgeborene in februari 1940.
Nu is er weer een schakel weg en los van mijn demente tante, die aan de andere kant van de wereld woont, is er niemand meer in leven die mijn grootouders, heeft aangeraakt. Een vreemd besef. Dag kleine Benjamin Ricardo, Baruch Dayan Haemet.
Moge je nagedachtenis tot zegen zijn.
Bertien Minco
Algemeen Directeur Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Op de foto: Het bruidspaar Coba en Elja Ricardo Jessurun verlaat het huis van de ouders van de bruid aan de Amsteldijk in Amsterdam. Het linker bruidsmeisje is Zusje Ricardo, mijn tante.