Afgelopen vrijdag, 15 november 2019, kwam er een Poolse delegatie vanuit Majdanek en Sobibor bij ons langs om kennis uit te wisselen. Persoonlijk was ik vooral geïnteresseerd in de presentatie van objecten, die tijdens archeologische opgravingen op het voormalige kampterrein van Sobibor uit de bodem werden gehaald.
De gevonden, vooral persoonlijke, voorwerpen waren talrijk. Achter elk voorwerp zag ik een mens, een vermoord mens. Zoals een speldje met de letters ‘OD’, dat ik direct herkende. De kamppolitie van kamp Westerbork droeg zo’n speldje. Het is bijzonder dat OD’ers in Sobibor terecht kwamen, omdat ze vanwege hun werk in het kamp een bevoorrechte positie hadden en voor Bergen-Belsen en vooral Theresienstadt in aanmerking kwamen. Toch is een klein aantal OD’ers met gezin naar Auschwitz of Sobibor doorgestuurd. Op basis van onderzoek zouden we moeten kunnen achterhalen wie de mogelijke dragers van het speldje zouden kunnen zijn geweest.
Naast het speldje, krijg ik ook een serie naamplaatjes te zien. Sommige waren ooit op de voordeur bevestigd, maar één naamplaatje valt uit de toon. Het is klein, niet groter dan een vierkante centimeter. Een naam, geboorteplaats en geboortedatum zijn eruit gesneden. Dit komt mij direct bekend voor, want in onze eigen collectie hebben we een identiek plaatje van een kind dat in Westerbork werd geboren.
Het is bijzonder om deze objecten te zien en te herkennen. Ons archief ligt vol met laatste levenstekens. Het zijn meestal brieven en briefkaarten vanuit kamp Westerbork gestuurd, of uit de trein gegooid. Veel van deze documenten zijn afkomstig van mensen die naar Sobibor zijn gedeporteerd. In de periode van maart tot en met juli 1943 vertrokken 19 transporten met ruim 34.000 Joden van Westerbork naar Sobibor. In de meeste gevallen werd iedereen direct na aankomst in de gaskamers vermoord.
Om geconfronteerd te worden met laatste levenstekens vanaf de plek van hun vernietiging is schokkend.
Voor de Poolse delegatie was het zien van de briefkaarten en brieven uit onze collectie ook een confrontatie. Het zijn objecten die, in combinatie met de vele foto’s uit onze database, de slachtoffers van Sobibor weer een naam en een gezicht geven.
Het verbinden van deze laatste levenstekens zou een doel moeten zijn, een reden voor samenwerking en het linken van elkaars collectiesystemen.
- Guido Abuys, conservator Herinneringscentrum Kamp Westerbork