'Het is een wonder dat ik hier sta.' Holocaustoverlevende Marita Simons-Deen spreekt bij dodenherdenking
zaterdag, 04 mei 2024De Dodenherdenking bij Nationaal Monument Westerbork stond dit jaar in het teken van de laatste transporten die 80 jaar geleden uit kamp Westerbork vertrokken. Op 13 september 1944 werd met het laatste grote transport de groep ‘onbekende kinderen’ weggevoerd. Een van hen was Marita Simons-Deen, zij sprak een overdenking uit. “De oorlog, die ik eigenlijk niet bewust meegemaakt heb, kwam steeds dichterbij. De slogan: Je kunt een kind wel uit de oorlog halen, maar hoe haal je de oorlog uit een kind?, werd steeds meer op mij van toepassing.” De herdenking is waardig, respectvol en zonder incidenten verlopen. Er waren circa 4500 mensen aanwezig.
Een peuter in Westerbork
De Joodse Marita Simons-Deen (1942) kwam als peuter alleen in kamp Westerbork terecht. Haar ouders hadden haar bij een kinderloos echtpaar in de onderduik gegeven om haar te beschermen. Ze werd verraden en in juli 1944 naar kamp Westerbork gebracht. Ze overleefde samen met een groep 'onbekende kinderen' deportatie naar Bergen-Belsen en Theresienstadt. Haar ouders werden in augustus 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. Na de oorlog werd Marita herenigd met haar moeder. Haar vader bezweek in het getto van Warschau.
Opdat wij niet vergeten
“Het is een wonder dat ik hier sta,” sprak Marita Simons-Deen tijdens de herdenking. “Ondanks dat ik later achter de oorzaak van dit wonder kwam, vind ik het nog steeds een wonder.” Ook wees ze op het groeiende antisemitisme. “Eigenlijk sluimert het altijd. Daarom is het zo belangrijk dat wij de Holocaust blijven herdenken, dat we de geschiedenis blijven vertellen, opdat wij niet vergeten. We moeten elkaar respecteren, met elkaar blijven praten en elkaar niet veroordelen voor ons anders zijn.“
De laatste transporten
Directeur Bertien Minco van Herinneringscentrum Kamp Westerbork nam de aanwezigen samen met jonge acteurs van Roestvrij Theater mee door het jaar 1944. Aan de hand van citaten kregen gedeporteerden van deze laatste transporten weer een gezicht én een stem. Zo was er aandacht voor het zogenaamde ziekentransport op 8 februari 1944, waarbij de ziekenbarakken in kamp Westerbork grotendeels werden ontruimd. Ook het lot van Sinti en Roma werd genoemd. Op 16 mei 1944 werden 578 mannen, vrouwen en kinderen kamp Westerbork binnengebracht.
Een van de uitgesproken citaten was van Crasa Wagner:
‘Toen we daar aankwamen zagen we pas Duitsers. Die Hollandse politie die bij ons was gaf ons aan hen over en ze gaven ook zo’n boek aan een hoge Duitse militair. Daar stond alles over ons in, hoeveel mensen er waren en zo. Een voor een werden we kaalgeknipt en moesten we ons wassen. En de derde dag dachten we nóg dat we naar huis gingen, maar toen werden we in veewagens geduwd en moesten we naar Auschwitz.’
Van de groep Sinti en Roma bleken er 279 woonwagenbewoners te zijn. Zij mochten weer vertrekken. Hetzelfde gold voor mensen die paspoorten hadden van landen die niet in oorlog waren met Duitsland: Italië, Zwitserland en Guatemala. De overige 245 personen werden op 19 mei 1944 naar Auschwitz gedeporteerd.
Ter herinnering, herdenking en nagedachtenis
De muzikale omlijsting van het herdenkingsprogramma werd verzorgd door Pilar Sotés Aldama van het Prins Claus Conservatorium. Chazzaniet Sarah Whitlau bracht de lofzang Kaddisj en het gebed Jizkor ten gehore, ter herinnering, herdenking en nagedachtenis aan de slachtoffers.
RTV Drenthe maakte een live verslag van de Dodenherdenking vanaf het kampterrein. Deze uitzending is terug te zien op de website www.rtvdrenthe.nl.