Mirjam Wolder plaatste vorige week een oproep op Twitter: ‘Wie is de boer die mijn grootvader heeft geholpen?’ Haar opa - Maurits Wolder - kwam als tiener op 9 januari 1943 in kamp Westerbork terecht. Hij arriveerde met een transport uit Amsterdam, bestaande uit ruim 500 personen. Na registratie werd Maurits naar barak 85 gebracht. De barak diende op dat moment als een doorgangsbarak. Dit hield in dat de net aangekomen personen met de eerste de beste trein werden doorgestuurd.
Dat overkwam ook Maurits. Samen met zijn vriend Juda Toff, die hij kort ervoor had leren kennen, stapte hij in een trein. Deze bestond uit normale rijtuigen, vijftien in totaal. Maurits en Juda kwam in wagon 13 terecht. De eindbestemming? Vernietigingskamp Auschwitz.
De ontsnapping
Juda werd als wagonleider benoemd. Hij en Maurits besloten uit de trein te ontsnappen. Juda ging als eerste, hij maakte een sprong toen de trein een behoorlijke vaart had. Zijn vluchtpoging werd niet ontdekt, omdat de bewakers in rijtuig 11 zaten. Maurits vond de sprong nog te link. Hij ontdekte bovendien dat zijn ster nog op zijn jas zat. Iemand in de wagon hielp hem deze eraf te halen met een schaar. Toen de ster was verwijderd en Maurits besloot te springen, verminderde de trein al vaart. Maurits liet zich zakken. Hij was bang door de trein te worden meegesleurd. De trein stopte vrijwel op hetzelfde moment. Maurits wist niet waarom. Bewakers van de Grüne Polizei sprongen uit de treinwagon en liepen rond. Maurits verborg zich achter een wiel van de laatste wagon.
Zijn kleindochter Mirjam vraagt zich nu af waar dit geweest zou kunnen zijn. Het moet het emplacement Onnen-Haren zijn geweest. Hier wachtte de trein altijd op een sein, om via de bocht voor het station van Haren, via Waterhuizen richting Winschoten en Nieuweschans de grens over te kunnen rijden.
Behulpzame boer
Op het moment dat de trein weer in beweging kwam drukte Maurits zich plat op de rails. Toen de trein eenmaal uit zicht was, ging hij op zoek naar hulp. Hij trof een boer, die hem van eten en geld voor een treinkaartje naar Amsterdam voorzag. Wie is die boer vraagt Mirjam zich af? Ze is op zoek naar dit laatste puzzelstukje van haar opa’s verhaal.
Onderduik
Maurits overleefde de oorlog door na zijn aankomst in Amsterdam onder te duiken. Juda deed dit waarschijnlijk ook. Hij had alleen de pech anderhalf jaar later alsnog te worden opgepakt. Met de trein van 3 september 1944 werd hij vanuit Westerbork voor de tweede keer doorgestuurd. De eindbestemming was opnieuw Auschwitz. Ontsnappen vanuit een veewagon was deze keer moeilijker. Maar misschien was de werkelijke reden, dat hij bij zijn vrouw Cato wilde blijven. Ook zij zat in deze trein. Beiden overleefden de oorlog niet.