• De stichting - header
COLUMN: De bevrijding

Ik zit achter mijn bureau. Het is acht uur s’ morgens. Het is 12 april en 74 jaar geleden dat kamp Westerbork door de Canadezen werd bevrijd. Zo’n dag kan je niet argeloos voorbij laten gaan.

Niemandsland
De dag voor de bevrijding was het kamp door commandant Gemmeker en staf verlaten. Het kamp lag in niemandsland, tussen twee frontlinies in. De situatie was voor velen onduidelijk. ’s Avonds verlieten de laatste soldaten van de Grenzschütz het kamp. Ze bewaakten ruim 100 niet-Joodse politieke gevangenen, die geëvacueerd moesten worden. Het waren allemaal vrouwen. Een aantal van hen had verschillende weken in de strafbarakken van het kamp opgesloten gezeten.

Radio's en plunderingen
De nacht in het kamp verliep verder rustig. Om iets over zevenen in de ochtend werd de rust verstoord door artillerie- en machinegeweervuur uit het Zuiden en Zuidwesten. In de loop van de ochtend werden de, nog heel gebleven, in beslag genomen radio's zoveel mogelijk onder de kampgevangenen verdeeld. De berichten van de BBC werden nauwlettend gevolgd. In en rond het kamp was geen Duitse militair meer te bekennen. Er werd volop geplunderd. Mannen en vrouwen sjouwden met een radio of andere spullen door de barakstraten. Kampgevangenen probeerden vanaf de daken van de barakken iets van de oorlogssituatie te zien. Op de heide richting Hooghalen reden pantservoertuigen. In de barakken van de vertrokken Grenzschűtz was het een chaos. De ramen waren ingeslagen en overal lagen kapotte radio's, telefoons, geweren en gasmaskers. De inhoud van de bureau's lag op de grond verspreid en afbeeldingen van Hitler en andere nazi kopstukken waren uit de lijsten gehaald en vertrapt. Het artillerievuur is ondertussen verminderd.

Telefoon voor meneer van As
In de middag kwam een mededeling van A. van As. Hij was als ambtenaar van de gemeente Westerbork werkzaam in het kamp en door de gevangenen als tijdelijk kampcommandant voorgedragen. 'Iedereen' moest zich om vier uur in de grote zaal verzamelen. De zaal puilde uit. Van As legde de situatie uit. Hij probeerde de gemoederen in bedwang te houden en maande iedereen tot niet al te grote uitgelatenheid. Het kamp was immers nog niet bevrijd en bevond zich nog in niemandsland. Op het moment dat Van As zijn speech had afgerond, kwam de Joodse dienstleider Ottenstein binnen met de mededeling: 'Mijnheer Van As, er is telefoon voor u.’ En daarna: 'De Tommies zijn bij de kampboerderij'. Iedereen stormde naar buiten, de poort uit, over de weg naar de boerderij.

De Canadezen
Robby Engel was buiten het kamp een paardenkar aan het afladen, toen hij een hele meute op zich af zag komen en hen hoorde schreeuwen dat de Tommies bij de kampboerderij waren. Hij sprong met een paar anderen op de wagen en zag even later een paar verkenningswagens. Bobby sprong van de kar en rende naar de voorste wagen. Hij klom erop en riep: 'Thank you, thank you'. De Canadees vroeg aan Bobby wat er aan de hand was. Nadat hij contact had gezocht met het tijdelijke hoofdkwartier reden de wagens richting het kamp. Hans Bial sprong even later op één van de eerste voertuigen. 'Er werd gekust, gehuild, gelachen en gejubeld.' Tot aan de weg naar het kamp stonden aan weerzijden van de weg mensen te juichen en handen te schudden. In de tuinkas van Gemmeker werden haastig witte anjers geplukt. Ze werden over de verkenningswagens heen gestrooid. De voertuigen verzamelden zich volgeladen met juichende mensen bij de ingang. Soldaten deelden sigaretten en chocolade uit. 'De smaak van de eerste chocola en het witte brood, vergeet ik nooit meer,' aldus Ed van Thijn. De iets jongere Micha Schliesser, die al sinds 1940 in het kamp zat, kreeg een reep chocola, die hij angstvallig in zijn hand hield en heel mee naar de barak nam. Hij durfde er geen hap van te nemen. Een paar jaar daarvoor had hij van zijn moeder strafgekregen, nadat hij van een reep had gegeten, die eigenlijk voor het hele gezin was bedoeld. Volwassen mannen en vrouwen vielen bijna flauw of werden misselijk nadat ze voor het eerst sinds jaren een trek hadden genomen van een echte sigaret.

Het Wilhelmus
Even later kwamen een paar mannen vanuit het kamp met de rood-wit-blauw aangelopen. Onder het luidkeels zingen van het Wilhelmus, werd de vlag voor het voormalige kantoor van kampcommandant Gemmeker gehesen. Steeds meer pantservoertuigen kwamen aangereden. De jubelende massa werd gevraagd zich te verzamelen in de grote zaal. Een Canadese officier prak de menigte toe. Hij feliciteerde iedereen met de bevrijding en vervolgde zijn toespraak door te zeggen dat de oorlog nog niet voorbij was, dat rust en discipline nodig was en dat niemand het kamp mocht verlaten. Dit om de voortgang van de oorlog zo weinig mogelijk te belemmeren.

Er valt natuurlijk veel meer te schrijven. Op de 12de april gebeurde nog van alles, tot in de late uurtjes. We laten het hier even bij. Volgend jaar kunt u het lezen als er een boek verschijnt over de dagen rond de bevrijding van kamp Westerbork. Ik wilde dit alvast met u delen om deze dag niet argeloos voorbij te laten gaan.

 

- Guido Abuys, conservator

  • European Heritage Label
  • Unesco

Bezoek Kamp Westerbork

Klik hier voor meer informatie over vervoersmogelijkheden en de bereikbaarheid.
Logo van Herinneringscentrum Kamp Westerbork