Een collectie van 170 brieven vanuit kamp Westerbork, geschreven tussen oktober 1941 en september 1943. In deze periode functioneerde kamp Westerbork als vluchtelingen- en doorgangskamp. De schrijver, Werner Stertzenbach, kwam als Duits-Joodse vluchteling in kamp Westerbork terecht. Hij zocht tijdens zijn verblijf in een barak op de Drentse heide naar een correspondentievriendin, die hij vond in de persoon van Stella Pach, een jonge vrouw die hij al eens had ontmoet. De correspondentie tussen de twee ontwikkelde zich van een vriendschap tot een liefdesrelatie. Op afstand, want Stella woonde in Amsterdam.
Over deze relatie valt alleen al een boek te schrijven. Ontmoetingen tussen de twee waren spaarzaam en duurden vaak niet langer dan enkele uren. De behoefte om bij elkaar te zijn was groot. Hoewel Werner voorlopig uitstel van transport had, was niet zeker hoe lang deze situatie zou standhouden. Zou een huwelijk met Stella en een hereniging in Westerbork dit beïnvloeden? Naarmate de tijd verstrijkt, wordt duidelijk dat het toch beter is als Stella in Amsterdam blijft en haar werkzaamheden als directeur van een kindertehuis voortzet.
Wat mij als conservator van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork vooral raakt bij het lezen van de brieven, is het verblijf van Werner in kamp Westerbork en zijn getuigenis over wat er zich daarbinnen afspeelt. Hoe hij schrijft over een kamp dat zich langzaam voorbereid op de komst van grote groepen Joden, en hoe het van een vluchtelingenkamp in een doorgangskamp veranderd. Hoe hij de eerste transporten van juli 1942 op indringende en zeer nauwkeurige wijze verslaat. Hoe hij als kampgevangene niet meer kan doen, dan een helpende hand in de vorm van een luisterend oor te zijn. Of door het meegeven van levensmiddelen en het doorgeven van een groet of boodschap aan achtergebleven familieleden in Amsterdam tenminste iets voor hen kan betekenen.
Doordat Werner als oorspronkelijke kampbewoner een voorlopig uitstel van transport had, was hij tevens getuige van de chaos in oktober 1942. In enkele dagen tijd kwamen duizenden dwangarbeiders uit de Joodse werkkampen samen met hun familieleden aan in kamp Westerbork. Werner kan wat hij dan ziet en meemaakt niet met de juiste woorden beschrijven, maar toch doet hij een poging. De brieven aan Stella geven daarnaast ook een beeld van het transport vanuit het Apeldoornsche Bosch en de transporten naar Sobibor, de naam van een vernietigingskamp dat toen nog niet bekend was. Ook ontvluchtingen en de daarmee samenhangende represaillemaatregelen worden door Werner beschreven.
De brieven geven ook veel inzicht in het dagelijks leven in het kamp: een stadje op de heide, omringd door prikkeldraad en wachttorens, waar geleefd, gehuild en gelachen wordt, maar ook gewerkt. Waar zieken worden verpleegd en magen worden gevuld vanuit de Centrale Keuken, en waar brieven en pakketjes de gevangenen van materiële en immateriële steun voorzien: in de vorm van extra voedsel, of bemoedigende woorden. Ondanks de lange werkdagen was er ook tijd voor ontspanning, vooral de zondag wordt hiervoor benut. Er wordt gelezen, gekaart, geschaakt en klassieke platen gedraaid. Zij het wel in Werners barak van voorlopig vrijgestelden – voor de meesten was het verblijf in kamp Westerbork van zeer korte duur...
Guido Abuys
Conservator
Benieuwd geworden? De brieven zijn sinds kort digitaal beschikbaar op ons collectieplatform. Ook de memoires van Werner Stertzenbach zijn hier te bekijken. Deze schreef hij nadat hij in september 1943 uit kamp Westerbork was gevlucht.