Ezeltje toegevoegd aan collectie
maandag, 14 oktober 2019Een ezeltje, gemaakt van twee soorten stof en gevuld met zand, is terug op de plek waar het ooit gemaakt is. Ongeschonden, scherp van kleur en geen slijtageplekken of gebruiksschade te bekennen.
De schenkster kreeg het ezeltje toen ze amper een paar maanden oud was. Het was een cadeau van oud-buren naar aanleiding van haar geboorte, maar ook uit dankbaarheid voor de pakketjes die haar ouders naar kamp Westerbork hadden gestuurd. Pakketjes die een broodnodige aanvulling waren op de maaltijden die vanuit de centrale keuken in het kamp werden verstrekt of kranten, pepermunt en andere benodigdheden, die niet of nauwelijks verkrijgbaar waren.
Familie Duizend
De schenkster heeft tot op volwassen leeftijd nooit geweten dat het een cadeau voor haar was. Het stond bij haar ouders in een kast. Alleen als de deuren opengingen was het ezeltje zichtbaar. Jarenlang heeft ze gewacht met het stellen van vragen over het beestje. Als antwoord kreeg ze uiteindelijk van haar moeder te horen dat ‘het uit Westerbork komt’. Pas weer veel later werd het bijbehorend briefje gevonden met de tekst: 'Simon en Bela Duizend feliciteren hartelijk'.
Hoe het echtpaar Duizend aan het ezeltje is gekomen is niet helemaal duidelijk. Ze kwamen op 20 juni 1943 in kamp Westerbork terecht en op 6 juli werden ze op de trein naar het vernietigingskamp Sobibor gezet en werden daar, direct na aankomst, vermoord. Ze verbleven lang genoeg in kamp Westerbork om deel te nemen aan het verrichten van verplichte werkzaamheden.
De werkplaats
Het is de tijd dat kamp Westerbork naast een doorgangskamp ook een werkkamp was. De kampcommandant drukte er zijn stempel op. Een van zijn dromen was duizenden stukken speelgoed naar Duitsland te exporteren. Om iets voor de kinderen in zijn geboorteland te kunnen doen. Machines, zagen, hout, stoffen en verf, alles wat voor een productie nodig was, was voorhanden of werd geregeld. De arbeiderskrachten waren over het algemeen vrouwelijke kampgevangenen.
Als werkplaats werd een deel van barak 24 gebruikt. De productie vond plaats in verschillende stappen en eindigde voor wat betreft het houten speelgoed aan een lange werktafel waar vrouwen met een penseel verschillende kleuren aanbrachten. De speelgoedmakerij en een uitstalling van de verschillende modellen is later op de Westerborkfilm in het voorjaar van 1944 vastgelegd.
Binnen de vaste werktijd moesten de vrouwen een quotum van 150 stuks speelgoed halen. Sommige van hen hielden tijd over en konden extra speelgoed of knuffelbeestjes maken. De vraag naar speelgoed was heel groot. Het was een ideaal cadeau voor een kind binnen of buiten het kamp.
Misschien was mevrouw Duizend betrokken bij het maken van de proefmodellen of misschien zelfs bij de eerste opzet van de productie. Maar het zou ook kunnen dat zij het ezeltje heeft gekregen, heeft geruild of ervoor heeft betaald. In kamp Westerbork heette dat ‘organiseren’.
Vanaf volgende week is het ezeltje te zien in onze basistentoonstelling.