Bijna tachtigduizend overlijdensakten uit het hele land zijn inmiddels door de vrijwilligers in onze database ingevoerd. Niet alleen de afbeelding, maar ook de belangrijkste gegevens komen bij de naam te staan. Geboortedatum en -plaats, datum en plaats van uitgifte met daarbij het nummer van de akte. En natuurlijk de overlijdensdatum en -plaats. Door deze laatste gegevens te vergelijken met de basis-overlijdensgegevens, kreeg ik een Excel-lijst met meer dan 1200 namen. Met verschillen van één dag tot 72.000.000 dagen. Dat laatste was het gevolg van een typefout bij de invoer van het overlijdensjaar, dat niet op 1942, maar 9142 stond. Dus ook nu worden er bij de invoer nog wel eens foutjes gemaakt…
Overlijdensakte
Bij het doorkijken van al die verschillen en het bestuderen van al die overlijdensakten werd me opnieuw duidelijk, hoe chaotisch en ook stressvol de jaren na de oorlog voor de overlevenden geweest moeten zijn. De overlijdensakte was voor velen noodzakelijk om verder te gaan met hun leven, zonder hun geliefden. Zonder overlijdensakte geen afhandeling van de erfenis, geen nieuw huwelijk, geen mogelijkheid tot het formeel afsluiten van een vorig leven.
Een aantal gemeenten ging heel snel over tot het uitschrijven van akten. Maar veel anderen bleven op het standpunt staan dat alleen een akte kon worden uitgeschreven als een getuige van het overlijden zich zou melden: zo stond het tenslotte op papier. Dat een dergelijke getuige er eigenlijk nooit was, dat maakte niet uit. Pas in 1948 worden gemeente n via een wettelijke regeling verplicht om aanwijzingen van de minister van Justitie te volgen. De zinsnede de aangifte van dit overlijden is schriftelijk gedaan vanwege de Minister van Justitie duikt op in de duizenden akten die vanaf ongeveer 1950 worden uitgeschreven – vijf jaar na het einde van de oorlog.
30 september 1942
Het onderzoek naar de overlijdensdatum ligt dan feitelijk bij het Rode Kruis, dat met honderden medewerkers probeert de lotgevallen van de meer dan 100.000 gedeporteerden te reconstrueren. In veel gevallen lukt dat niet precies, kan een overlijdensdatum niet worden achterhaald. Daarom wordt gekozen voor een periode waarin iemand waarschijnlijk aan alle ontberingen bezweken is, van de datum van transport tot de laatste dag van een aantal maanden later. Zo hebben meer dan zevenduizend (!) slachtoffers de overlijdensdatum 30 september 1942 gekregen. Weer anderen kregen de datum van transport – want de gemeente koos bij de registratie van het overlijden voor de éérste datum in de akte – en dat kan eigenlijk niet kloppen. Dus kiezen we altijd voor de laatste datum in een akte: dat is duidelijker.
Ingewikkelde, niet te achterhalen keuzes én fouten van decennia geleden maken het niet eenvoudig om correcties door te voeren. Maar inmiddels zijn bij meer dan driehonderd slachtoffers de overlijdensdata gecorrigeerd – te zien in onze database en ook online bij de collega’s van Joodsmonument.nl, met wie we nauw samenwerken. Nog ruim dertigduizend akte te gaan…
José Martin
Onderzoeker Herinneringscentrum Kamp Westerbork