In, de teruggeplaatste, barak 56 schuilt de meervoudige herinnering aan het beladen verleden van kamp Westerbork. Het is een plek met meer dan 100.000 betekenissen: wat voor een achteloze voorbijganger misschien een verzameling oude houten planken lijkt, symboliseert voor de bezoeker van het kamp de plaats waar een Joodse broer verbleef in oktober 1942, een Sintezza moeder gevangen zat voordat zij naar Auschwitz werd weggevoerd, een NSB-vader lange tijd was geïnterneerd of een Molukse neef bijna 20 jaar lang een ‘thuis’ had. Het is het gebouw waar Anne Frank enkele weken te werk werd gesteld en waar Etty Hillesum en Philip Mechanicus in hun dagboeken schreven.
Bouw
Barak 56 behoorde tot de 24 grote woonbarakken die in het voorjaar en de zomer van 1942 in kamp Westerbork werden gebouwd. Verantwoordelijk voor de bouw waren twee aannemersbedrijven uit respectievelijk Delft en Ede. In samenwerking met bewoners van het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork plaatsten medewerkers van beide bedrijven de prefab aangeleverde barakken op het kampterrein.
Barak 56 bestond daarbij uit verschillende compartimenten. Middenin bevond zich een kleine entree die later als 'keukenruimte' functioneerde. Links en rechts van deze entree waren grote zalen van circa 30 bij 9,5 meter, vol met stapelbedden driehoog, enkele tafels en stoelen, en wat potkachels. Aan beide uiteinden van de barak waren wasruimtes gevestigd met zinken goten waar tegelijkertijd 20 tot 25 gevangenen zich konden wassen. In een hoek een eenzame toiletpot, waar de behoefte ‘s nachts open en bloot gedaan moest worden.
In juli' 42 betraden de eerste "bewoners" barak 56. De omstandigheden waren er erbarmelijk, met name in de eerste maanden toen drinkwater schaars was en elektriciteit ontbrak.
Kampoverlevende Fritz Tauber:
‘Verrast bleef ik op mijn bed zitten vanwaar ik een goed overzicht had. Gedurende de nacht werden ook vrouwen en meisjes, wegens gebrek aan ruimte, in de mannenafdeling ondergebracht. Vrouwen, mannen en kinderen, alles door elkaar, half of geheel aangekleed, lagen, zaten, hurkten of knielden op hun bedden. Slaperige en bleke mensen keken met diepliggende ogen stomverbaasd elkaar aan, eerst vijandig en wantrouwend, later bedroefd en begrijpend. Op dat ogenblik verdween ieders onderscheid, stand en rang, rijkdom en armoede behoorden toe aan het verleden, over bleef niets dan de mens, zoals hij was, zonder goed en kwaad.’
Exemplarisch
Vanaf januari 1943 had barak 56 diverse andere functies, allen exemplarisch voor de fase waarin kamp Westerbork zich destijds bevond. In de eerste maanden gold de barak als onderkomen voor duizenden gevangenen die in de 'geoliede deportatiemachine van Westerbork' meestal slechts enkele dagen in het kamp verbleven.
Vanaf april/mei 1943, toen meer en meer de 'schijnwereld van kamp Westerbork' - met zijn, aldus Jacques Presser, 'uitmuntend ziekenhuis', schouwburg, voetbalcompetitie en speeltuin voor kinderen - zijn intrede deed, functioneerde 56 als barak voor 'oude van dagen': mannen en vrouwen boven de 55 jaar.
Philip Mechanicus schreef erover in zijn dagboek.
‘Hun woonbarak is een soort pensionaat geworden van de Justizräte, Geheimräte, Doctoren, Literaten, een oudeliedengesticht, dat tegelijk parlement is, waar men oudergewoonte de politiek dirigeert, een casino, waar men hartstochtelijk speelt, skat, bridget: oude stramme mannen, oude frontstrijders met opgesteven snorren als tijgers vormen er antieke panopticumstukken.’
Anne Frank
Vanaf september 1943 maakte barak 56 onderdeel uit van het industriegedeelte van kamp Westerbork. In de zomer van 1943 ontstonden bij de kampleiding plannen om van Westerbork een Arbeitslager te maken. Vanaf juli 1943 werden steeds meer barakken aangewezen om als een surrogaat fabriekje te gaan dienen.
In barak 56 waren achtereenvolgens onder meer de afdelingen zilverpapier en kabelsloperij gevestigd. Vanaf augustus 1944 maakte 56 net als barak 57 onderdeel uit van de batterijensloperij van het kamp. Gabriel Italie werd er met Anne Frank enige tijd tewerkgesteld.
‘Bij de batterijen is de productie reeds opgevoerd tot 10 kg per persoon. En als b.v. van 5 personen een de machine bedient, betekent dit dat ieder van de vorige vier 12,5 kilo moet produceren, wat flink veel is. Ik ben al zó vuil, dat ik mij niet goed meer schoon kan wassen. Zelfs de douche, die ik dagelijks mag nemen, is niet afdoende. Alleen vaseline helpt goed, maar dat is natuurlijk niet onbeperkt verkrijgbaar. Mn baard is helemaal zwart zodat ik er bepaald jong uitzie!’
Na de bevrijding
Na de bevrijding bleef barak 56 een industriebarak, nu voor ruim 8.000 van collaboratie verdachte Nederlanders. Nadien werd de barak enkele jaren bewoond door Indische Nederlanders en later door Molukse militairen en hun families.
In het begin van de jaren zestig vertrokken steeds meer Molukkers vrijwillig, dan wel onder dwang uit Westerbork, dan Woonoord Schattenberg geheten. De barakken, vaak in deplorabele toestand, kwamen leeg te staan.
De keuze werd gemaakt om barak 56 en de andere leegstaande barakken te ontmantelen. Deels werden de gebouwen verkocht, deels kwam het hout en alle andere onderdelen op de schroothoop terecht.
Barak 56 belandde bij een boer in Zelhem waar het decennia lang als kippenschuur diende. Rond 2010, macaber genoeg na- en indirect door het afbranden van een andere authentieke barak in Veendam, werd 56 'herontdekt'.
In 2014 besloot de eigenaar barak 56 aan het Herinneringscentrum Kamp Westerbork te schenken en werd het gebouw teruggeplaatst op exact dezelfde plaats waar het in 1942 in opdracht van de nazi's gebouwd was.
- Bas Kortholt, onderzoeker van Herinneringscentrum Kamp Westerbork