Toen Nederland in de zomer van 1943 door de bezetter ‘Judenfrei’ was verklaard en er in de meeste gevallen alleen nog opgepakte onderduikers kamp Westerbork binnenkwamen, kreeg het kamp een functie erbij. Het werd, naast een doorgangskamp, ook een werkkamp. Er ontstonden talloze werkplaatsen. Voormalige woonbarakken werden industriebarakken. Van groot belang voor de Duitse bezetter was onder andere het vinden van een antwoord op het tekort aan grondstoffen. Een oplossing was recycling.
Creatieve uitingen
Neergestorte Geallieerde vliegtuigen werden naar kamp Westerbork overgebracht en in de vliegtuigsloperij ontleed. De metalen en gesloopte onderdelen bleken niet alleen belangrijk te zijn voor de Duitse oorlogsindustrie, maar waren ook ideaal als materiaal voor allerlei creatieve uitingen. Er werd stiekem van alles van gemaakt door kampgevangenen. Broches, hangers, gespen en ringen. Voorwerpen die dienden als cadeau of ruilmiddel. In ons depot bevinden zich verschillende van deze voorwerpen.
Interneringskamp
Twee weken na de bevrijding kreeg kamp Westerbork een nieuwe functie. Het werd een interneringskamp voor opgepakte collaborateurs en NSB’ers. Een deel van de werkzaamheden, die door de Joodse kampgevangenen in de periode ervoor waren verricht, moest ook door deze groep geïnterneerden worden gedaan. Ook zij ontdekten de creatieve mogelijkheden van de vliegtuigresten, die nog steeds in grote hoeveelheden bij de vliegtuigsloperij aanwezig waren.
Actie Niet Weggooien!
Vorige week, tijdens de ‘Actie Niet Weggooien!’ kwam er weer zo’n een creatieve uiting binnen. Het was een hanger gemaakt van cockpitglas. Het meest bewerkbare stukje materiaal van een vliegtuig. Uit zo’n stuk ‘glas’ was een paardenkop uitgezaagd en gevijld met de tekst: Liefde, Trouw, 1946. ‘Het was een cadeau voor mijn moeder’, zei de schenkster. Haar vader bracht het voor haar mee, nadat hij als geïnterneerde uit kamp Westerbork was ontslagen.