De 102.000 Stenen
Vanuit het doorgangskamp Westerbork werden meer dan honderdduizend mensen gedeporteerd. Van hen keerden 102.000 niet terug. Op initiatief van een aantal oud-gevangenen zijn op de voormalige appelplaats 102.000 stenen geplaatst. De achterliggende gedachte is duidelijk te maken om hoeveel mensen het bij deze moord gaat. Maar naast deze massaliteit wordt ook de individualiteit duidelijk: de stenen zijn willekeurig in hoogte gestraat om het individu te benadrukken: 102.000 keer een moeder, een vader, een zoon, een dochter, een broer, een zus….
De stenen zijn op een gelijkmatige manier geplaatst binnen de kaart van Nederland. De meeste Nederlandse gemeenten hadden voor de oorlog Joodse inwoners, waardoor de vervolging van de Joden dan ook de gehele samenleving aanging. Op de kop van de stenen is een davidster aangebracht.
Tweehonderdendertien stenen zijn met een vlam uitgevoerd: een groep van 245 Sinti en Roma werd op 19 mei 1944 vanuit kamp Westerbork gedeporteerd en grotendeels vermoord in Auschwitz. Honderd stenen hebben geen symbool en staan voor de verzetsstrijders die in kamp Westerbork gevangen zaten om weggevoerd te worden.
Voor overlevenden en nabestaanden is niets meer terug te vinden van hun familieleden, vrienden en kennissen. Van hen is geen laatste rustplaats bekend, nergens kan een gedenksteen worden gevonden. Daardoor worden de 102.000 stenen door velen ervaren als een directe 'verwijzing' naar hun dierbaren.