Nationale Herdenking Vervolging Sinti & Roma
Dit jaar is het precies 80 jaar geleden, dat een transport met 245 Sinti en Roma vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau vertrok. Slechts 31 van hen overleefden de deportatie en vervolging. Tijdens de Nationale Herdenking Vervolging Sinti & Roma op 26 mei 2024 op het voormalige kampterrein van kamp Westerbork staan we stil bij dit transport. Bij het organiseren van de herdenking werd intensief samengewerkt met de Sinti en Roma gemeenschap. Zij vormen het hart van de herdenking.
Stille Tocht
Het programma begint om 13:30 uur met een stille tocht vanaf de slagboom op het voormalige kampterrein naar het monument De 102.000 Stenen. Tijdens de tocht zullen de namen voorgelezen worden van de Sinti en Roma die op 19 mei 1944 werden gedeporteerd.Tijdens de stille tocht en de rest van de herdenking zullen verschillende artiesten voor de muzikale omlijsting zorgen.
Van generatie op generatie
Veel vervolgingsslachtoffers zwegen decennialang over hun ervaringen. En hun familieleden en met name hun kinderen, worstelend met hun eigen identiteit, doorbraken deze stilte niet. Inmiddels wordt er steeds meer gesproken over de impact van de vervolging en doorwerking van trauma in de volgende generaties. Tijdens de herdenking zullen verschillende overdenkingen worden uitgesproken die hier op ingaan. Daarnaast zal gesproken worden door de staatssecretaris van VWS, Maarten van Ooijen.
Bloemlegging
Het einde van het herdenkingsprogramma op het voormalige kampterrein wordt gemarkeerd door de bloemlegging, die om 15:00 uur begint. Eerste generatie Sinti en Roma zullen de eerste krans leggen. Na afloop is er een informeel samenzijn.
Bustransfer naar het Herinneringcentrum Kamp Westerbork
Er wordt een bustransfer aangeboden vanaf verschillende plekken in Nederland naar de herdenkingsbijeenkomst in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Deze bussen rijden alleen op aanmelding.
Aanmelden voor de bus kan hier.
De Nationale Herdenking Vervolging Sinti & Roma wordt mogelijk gemaakt met financiƫle bijdragen van onder meer het Ministerie van VWS, het Vfonds, het Cultuurfonds, de Stichting Democratie en Media, de Gemeente Midden-Drenthe, de provincie Drenthe, de gemeente Nijmegen en de gemeente West-Betuwe.