De Herinnering aan kamp Westerbork

De Herinnering aan kamp Westerbork gaat over de vele betekenissen die in de afgelopen 77 jaar aan de historische plek zijn gegeven. De tentoonstelling is vanaf 8 juli te zien in het museum van Kamp Westerbork als onderdeel van het gelijknamige themajaar waarbinnen de dynamiek van de herinnering aan kamp Westerbork centraal staat.
Kamp Westerbork is de plek waaruit meer dan 100.000 Joden, Sinti en Roma worden weggevoerd naar vernietigingskampen in het Oosten. In de periode vóór het doorvoerkamp was het een afgelegen vluchtelingenkamp, waar grote groepen buitenlandse Joden worden ondergebracht. Het is ook de plaats waar tijdens de Tweede Wereldoorlog tientallen verzetsstrijders worden doodgeschoten.
Kamp Westerbork als ‘lieu de mémoire’
Maar kamp Westerbork is ook de plek waar meer dan twee decennia duizenden Molukkers 'tijdelijk’ werden ondergebracht. En waar Indische Nederlanders worden 'opgevangen', militairen opgeleid, van collaboratie verdachte Nederlanders zijn geïnterneerd. Kamp Westerbork is een een plaats van vele betekenissen. Tegelijkertijd monument en museum, concreet en abstract, authentiek en geënsceneerd. Lokaal, nationaal én internationaal erfgoed. Heden en verleden.
Koffer vol herinneringen
Van 19 juli t/m 29 oktober is de tentoonstelling Een koffer vol te zien. Hierin toont acteur en kunstenaar Jeroen Krabbé zijn verborgen familiegeschiedenis en neemt bezoekers mee in de invloed van de oorlog op zijn persoonlijke en professionele leven. Daarnaast wil hij met een Knopenmonument stilstaan bij de anderhalf miljoen kinderen die tijdens de Holocaust werden vermoord.
Acht thema's
In anderhalf jaar tijd komen acht verschillende thema's en/of disciplines, zoals archeologie, erfgoed, beeldende kunst en fotografie, aan bod binnen De Herinnering aan kamp Westerbork. Ook vanuit het perspectief van de Joodse, Sinti, Roma en Molukse gemeenschap worden museale presentaties, lezingen en theatervoorstellingen georganiseerd.
Het themajaar De Herinnering aan kamp Westerbork wordt financieel mogelijk gemaakt door onder andere de Emmaplein Foundation, het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Provincie Drenthe, Stichting Democratie en Media, de NWO, het Vfonds, het VSBfonds, Creative Europe en Dutch Culture. Het project won de Call for Support van de Europese Unie en Council of Europe.